Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB0954

Datum uitspraak2007-07-31
Datum gepubliceerd2007-08-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers348225/ AL VERZ 07-2198
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Een VvE kan niet een "negatief besluit" nemen. Het plaatsen van een carport op de parkeerplaats die deel uitmaakt van het complex, is een verbouwing in de zin van het toepasselijke reglement, zodat voor het besluit daartoe een tweederde meerderheid van de stemmen vereist is.


Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM Sector kanton Locatie Haarlem zaak/rek.nr.: 348225/ AL VERZ 07-2198 datum uitspraak: 31 juli 2007 BESCHIKKING inzake [verzoeker] te [woonplaats] verzoeker hierna: [verzoeker] gemachtigde: mr. R. van Mulligen tegen de vereniging VERENIGING VAN EIGENAARS DE ABEELEN te Haarlem verweerster hierna: de VvE gemachtigde: mr. A. Helmig De procedure Op 25 mei 2007 is ter griffie een verzoekschrift met producties ontvangen van [verzoeker]. De VvE heeft een verweerschrift met producties ingediend. De belanghebbenden, de leden van de VvE, zijn opgeroepen. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 17 juli 2007. Zeven belanghebbenden zijn ter mondelinge behandeling verschenen, waaronder de voorzitter van de VvE. Namens de VvE is daarnaast de penningmeester verschenen, die geen lid is van de VvE. Op de zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen verder naar voren is gebracht. De feiten a. De VvE beheert het appartementencomplex “De Abeelen”, dat is gelegen aan de Jacques Perklaan te Haarlem. b. [verzoeker] is eigenaar en bewoner van de woning aan de [adres] te [woonplaats] en van de bijbehorende berging en parkeerplaats en is uit dien hoofde lid van de VvE. c. Het toepasselijke Modelreglement is aangepast in de splitsingsakte van de VvE en luidt, voor zover van belang, thans als volgt: Artikel 37 1. Alle besluiten waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen. ... Artikel 38 ... 5. Besluiten door de vergadering tot het doen van buiten het onderhoud vallende uitgaven die een totaal door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan, kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin een aantal eigenaars tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dat tenminste twee/derde van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen. In een vergadering, waarin minder dan twee/derde van het in de vorige zin bedoelde maximum aantal stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen. .... 8. Het in het vijfde en zesde lid bepaalde geldt eveneens voor besluiten tot verbouwing of voor besluiten tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegbreken van bestaande installaties, voor zover deze niet als een uitvloeisel van het onderhoud zijn te beschouwen. De eigenaar die van zodanige maatregel geen voordeel trekt is niet verplicht in de kosten hiervan bij te dragen. d. De parkeerplaats van [verzoeker] is gelegen in de nabijheid van een aantal abelen, die druk worden bezocht door vogels. Dit heeft tot gevolg dat de auto van [verzoeker], wanneer deze zich op zijn parkeerplaats bevindt, regelmatig besmeurd raakt met vogelpoep. e. Teneinde dit probleem op te lossen hebben [verzoeker] en drie andere bewoners (die hetzelfde probleem hebben) verzocht om een carport op hun parkeerplaats te mogen plaatsen. f. De notulen van de vergadering van de VvE van 23 februari 2005 bevatten de volgende passage: 9. Lopende zaken a. Herindeling parkeerterrein / overkappen parkeerplaatsen. Ter vergadering is een tekening aanwezig waarop een alternatieve indeling van het parkeerterrein is aangegeven. De voorzitter geeft aan dat de leden er rekening mee moeten houden dat voor een dergelijke wijziging voor het aanpassen van het straatwerk en de uitvoering van het grondwerk een budget benodigd zal zijn van zeker € 15.000,00. Ook is ter vergadering een tekening van een carport beschikbaar alsmede een offerte voor het plaatsen hiervan. Kosten per carport € 4.100,00. Aangezien het onderwerp al een paar maal onderwerp van gesprek is geweest in de ledenvergadering zonder concreet onderbouwde voorstellen waarop een besluit kan worden genomen, wordt besloten om een commissie in het leven te roepen voor het opstellen van een plan herindeling ter voorbereiding van een te nemen besluit. Het plan zal moeten bestaan uit zowel een inhoudelijke als een financiële onderbouwing. (...) g. Op 15 februari 2006 is ter vergadering van de VvE gestemd over een voorstel tot het plaatsen van carports op de parkeerplaatsen van [verzoeker] en de hiervoor genoemde drie andere bewoners. h. Het voorstel heeft 63 stemmen vóór en 42 stemmen tegen gekregen. i. De VvE heeft zich op het standpunt gesteld dat het voorstel daarmee niet is aangenomen omdat daarvoor een meerderheid van tenminste tweederde nodig is. j. [verzoeker] heeft de VvE er herhaaldelijk schriftelijk op gewezen dat het voorstel tot plaatsen van de carports naar zijn mening wel is aangenomen omdat daartoe een volstrekte meerderheid van stemmen voldoende is. k. Bij brief van 16 april 2007 heeft de gemachtigde van [verzoeker] de VvE gevraagd om een nieuw besluit te nemen. Hierbij is gemeld dat een weigering tot het nemen van een nieuw besluit zal worden beschouwd als een negatief besluit. l. Bij brief van 24 april 2007 heeft de voorzitter, namens het bestuur van de VvE aan [verzoeker] onder meer bericht dat volgens de richtlijnen is gehandeld en dat het nemen van een nieuw besluit niet aan de orde is. Het verzoek [verzoeker] verzoekt de kantonrechter, samengevat, om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad: 1. het negatieve besluit zoals verwoord in het schrijven van de VvE van 24 april 2007 te vernietigen; 2. te beslissen dat voor het besluit over het plaatsen van de carport een volstrekte meerderheid van de stemmen voldoende is en te bepalen dat dat besluit op 15 februari 2005 dus rechtsgeldig is genomen; 3. de VvE de opdracht te geven een verklaring van geen bezwaar af te geven in verband met het plaatsen van de carport; 4. de VvE te veroordelen in de proceskosten. Het verweer De VvE heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Vijf van de verschenen belanghebbenden hebben desgevraagd gemeld dat zij zich aansluiten bij het standpunt van de VvE en één belanghebbende heeft desgevraagd gemeld zich aan te sluiten bij het standpunt van [verzoeker]. De kantonrechter is er van uit gegaan dat de voorzitter van de VvE het standpunt van de VvE onderschrijft. Hetgeen partijen over en weer verder hebben gesteld zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het verzoek worden besproken. De beoordeling van het verzoek 1. De kantonrechter stelt vast dat zowel in het verzoekschrift als in het verweerschrift het bestuur van de VvE wordt aangeduid als procespartij. Dit zou strikt genomen moeten leiden tot niet ontvankelijkheid van [verzoeker], nu het bestuur van de VvE geen rechtspersoon is en niet als procespartij kan optreden. Niettemin zal de kantonrechter het verzoek behandelen, waartoe wordt overwogen dat alle leden van de VvE zijn opgeroepen en dat noch het bestuur van de VvE noch een of meer leden op dit punt bezwaar hebben gemaakt, dat het geschil tussen [verzoeker] en de VvE voor alle betrokkenen duidelijk is en dat artikel 41 lid 4 van het Modelreglement bepaalt dat het bestuur van de VvE geen machtiging van de vergadering behoeft om in een geding verweer te voeren. Derhalve wordt de VvE aangemerkt als procespartij. 2. De VvE stelt zich op het standpunt gesteld dat [verzoeker] niet kan worden ontvangen in onderdeel 1 van het verzoek. Dit verweer slaagt reeds op de grond dat geen sprake is van een besluit van de VvE dat is genomen binnen de termijn van dertig dagen van artikel 5:130 lid 2 BW, op grond van welk artikel de vernietiging van een besluit kan worden verzocht. Daarnaast slaagt ook het verweer dat de VvE niet een negatief besluit kan nemen zoals door [verzoeker] is gesteld. Met deze stelling miskent [verzoeker] dat wanneer een eigenaar een besluit wenst uit te lokken en het bestuur van de VvE daaraan niet wil meewerken, de eigenaar daartoe met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:41 BW en artikel 33 van het Modelreglement een vergadering van eigenaars bijeen kan roepen. Dit heeft [verzoeker] niet gedaan. De gedachte dat de VvE een negatief besluit kan nemen is kennelijk ontleend aan het bestuursrecht en gaat in de onderhavige situatie niet op. 3. Met betrekking tot onderdeel 2 van het verzoek heeft de VvE gesteld dat hier feitelijk een verklaring voor recht wordt verzocht, waarvan de beoordeling niet tot de bevoegdheid van de sector kanton maar van de sector civiel recht van de rechtbank behoort, zodat [verzoeker], aldus de VvE voorts, niet ontvankelijk is. Gelet op het bepaalde in artikel 94 lid 2 en lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is de kantonrechter van oordeel dat tussen de afzonderlijke verzoeken, afgezien van de gegrondheid ervan, voldoende samenhang bestaat om in één geding behandeld te worden. Dit verweer van de VvE wordt dus verworpen. 4. Hoewel het, gelet op het ter zitting verhandelde, minst genomen twijfelachtig is dat de door [verzoeker] gewenste carport gerealiseerd zal worden indien zijn standpunt wordt gevolgd, heeft [verzoeker] voldoende belang bij onderdeel 2 van het verzoek. De beoordeling daarvan zal immers duidelijkheid verschaffen over de vereiste stemverhouding in gevallen als het onderhavige. 5. Volgens [verzoeker] kan het besluit tot het plaatsen van de carports op grond van het bepaalde in artikel 37 van het Modelreglement genomen worden met een volstrekte meerderheid van stemmen. 6. De VvE verwijst naar het bepaalde in artikel 38 lid 8 van het Modelreglement, op grond waarvan het besluit met een tweederde meerderheid van stemmen dient te worden genomen. Het plaatsen van een carport is een verbouwing, althans betreft het bouwen van een nieuwe installatie en is zeker géén uitvloeisel van onderhoud. De leden 5 en 6 van artikel 38 Modelreglement zijn dus van toepassing, aldus de VvE. 7. De kantonrechter volgt het standpunt van de VvE. [verzoeker] heeft geen feiten en/of omstandigheden gesteld op grond waarvan geoordeeld kan worden dat het plaatsen van de carport geen verbouwing van het parkeerterrein behelst en ook overigens valt dit niet in te zien. Op grond van de ter zitting getoonde tekeningen en het verder ter zitting verhandelde is de kantonrechter van oordeel dat plaatsing van de carports meebrengt dat deze een onroerend bestanddeel van het parkeerterrein worden, zodat sprake is van een verbouwing. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het een besluit betreft als bedoeld in artikel 38 lid 8 van het Modelreglement, waarvoor op grond van artikel 38 lid 5 van het Modelreglement een tweederde meerderheid van stemmen in een vergadering waar tenminste tweederde van het totale aantal stemmen vertegenwoordigd is, vereist is. Nu hiervan geen sprake is moet onderdeel 2 van het verzoek worden afgewezen. 8. Alleen al op grond van het bovenstaande dient ook onderdeel 3 van het verzoek te worden afgewezen. 9. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [verzoeker] worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Beslissing De kantonrechter: - wijst het verzoek af; - veroordeelt [verzoeker] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de VvE begroot op € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde. Deze beschikking is gegeven door mr. C.J. Harts en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.